De Historie
van de Citroën 2CV lelijke eend
Na de dood
van André Citroën en de overname van het bedrijf door bandenfabrikant Michelin.
Besloot de nieuwe leiding van autofabrikant Citroën in 1935 een kleine auto te
ontwikkelen die geschikt diende te zijn voor het ruige Franse platteland:
De
TPV, oftewel Toute Petite Voiture. Projectleider en stuwende kracht
Pierre-Jules
Boulanger omschreef het doel als ‘een paraplu op vier wielen’.
Op basis van
marktonderzoek werd besloten dat het een voertuig moest worden dat twee boeren
met 50 kilogram aardappelen kon vervoeren of een vat met 50 liter wijn. Ook
gaat het verhaal dat het de mogelijkheid moest bieden om een schaap in de auto
mee te nemen.
De auto moest hierbij zo comfortabel zijn dat eieren in een mand
niet zouden breken wanneer de auto over een stuk omgeploegd land zou rijden.
Overige eisen waren dat de auto vooral zuinig, betrouwbaar, goedkoop en
eenvoudig te bedienen moest zijn: een boerin moest ermee naar de markt kunnen
rijden.
Exclusief ! Er kwam ook een Citroën 4x4 met twee motoren, één voorin en één achterin.↓
Ook moest de boer, met zijn zondagse hoed op, er in passen zodat hij
per auto naar de kerk kon. Het uiterlijk van de wagen werd niet belangrijk
geacht.