Een compacte
auto van het communistische regime
Om het volk in de communistische heilstaat te paaien
én om via export harde buitenlandse valuta binnen te halen moet Skoda in
opdracht van het Tsjechoslowaakse bewind een goedkope volksauto bouwen.
Het resultaat loopt in 1955 van de band als Skoda 440.
Zoveel mogelijk gebruikmakend van bestaande techniek - met name die van de iets grotere Skoda 1200 Tudor met z'n centrale ruggengraatchassis - ontstaat een eerste prototype dat op 19 december 1953 (de
69e verjaardag van president Zápotocký, ze weten bij Skoda wie ze te vriend moeten houden) door de fabriekspoort naar buiten rijdt.
Deze Spartak gedoopte auto is een transitie-volksauto, wat een enigszins cryptische aanduiding is om aan te geven dat hij niet voor iedereen bestemd is maar tegelijkertijd een belofte is dat het volgende model wél voor het volk zal zijn. Op 1 mei 1954 (de dag van de arbeid) wordt de auto aan het publiek gepresenteerd.