Enzo Ferrari
noemde de Jaguar E-Type de mooiste auto ooit
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
De Jaguar E-type of ook Jaguar XK-E is een model van autoconstructeur Jaguar Cars waarvan tussen 1961 en 1974 drie generaties gebouwd werden.
De E-type betekende een revolutie in het ontwerp, de prestaties en de besturing van sportwagens. De prijs lag een stuk lager dan die van de concurrerende modellen waardoor de verkoop hoog lag. In veertien jaar tijd werden meer dan 70.000 exemplaren verkocht.
De Jaguar E-type staat op de eerste plaats in de Top sportwagens van de jaren 60-lijst.
Nadat Jaguar in de jaren vijftig een aantal successen had behaald met de Jaguar D-Type op de 24 uur van Le Mans werd besloten een nieuwe sportwagen te ontwikkelen die de Jaguar XK150 moest vervangen.
De E-type kreeg een revolutionair carrosserieontwerp, van de hand van Malcolm Sayer die eerder bij de Bristol Aeroplane Company vliegtuigen had ontworpen.
De rondingen en inkepingen waren er niet alleen voor de sier maar waren juist zorgvuldig berekende aerodynamische vormen. Sayers geheime wapen was om wolslierten op de auto te plakken en daarmee de luchtstroom te bestuderen als de auto in de windtunnel stond.
Ook liet hij de auto met wolslierten fotograferen als er buiten gereden werd in verschillende weersomstandigheden.
Series 1[bewerken | brontekst bewerken]
De E-type Series I werd in Europa geïntroduceerd op 15 maart 1961 op de Autosalon van Genève en in de Verenigde Staten in april datzelfde jaar op de autosalon van New York. Toen de auto voor het eerst getoond werd noemde Enzo Ferrari het de mooiste auto ooit.
De auto was ontworpen als een tweezitter GT coupé (FHC) en een tweezitter cabriolet (OTS).
Het eerste half jaar werden op een paar na alleen E-type's gebouwd met het stuur aan de linker kant, voornamelijk voor de Amerikaanse markt.
Slechts een paar werden gebouwd voor de Britse markt en die werden geleverd aan speciaal geselecteerde beroemdheden. De rest moest een half jaar wachten.
De Series 1 kreeg een 3,8 liter 6-in-lijnmotor die van de XK150S kwam.
De eerste 500 exemplaren hadden een vlakke vloer en uitwendige motorkapsloten.
Deze eerste exemplaren zijn daardoor zeldzamer en dus waardevoller dan de latere. In 1964 werd de cilinderinhoud opgetrokken tot 4,2 liter. De Series 1 kreeg een topsnelheid van 241 km/u.
Alle E-types kregen onafhankelijke wielophanging en bekrachtigde schijfremmen op de vier wielen, twee ongewone voorzieningen voor die tijd.
De 3,8 l-versies hadden met leer beklede kuipstoelen, een centraal geplaatst instrumentenpaneel van aluminium, dat vanaf 1963 in vinyl en leder werd uitgevoerd, en een manuele vierversnellingsbak zonder Synchromesh in de eerste versnelling.
De 4,2 l-versies hadden comfortabelere stoelen, verbeterde remmen en elektronica en Synchromesh op de eerste versnelling. Verder voerde de 4,2 Jaguar 4.2 Litre E-type op het kofferembleem terwijl de 3,8 simpelweg Jaguar vermeldde.
In 1966 werd ook een 2+2 coupéversie toegevoegd. Deze had een verlengde wielbasis en kon verkregen worden met een automatische versnellingsbak.
Gevonden een Jaguar E-type ↓
https://www.janwibbelink.nl/2013/10/gevonden-jaguar-e-type.html