De
legendarische
McLaren F1
De productie begon in 1992, en toen was de F1 met z’n ronde design en gladde, spoilerloze voorkomen natuurlijk een welhaast buitenaardse verschijning. Wie de deur opentrok kreeg nog meer schokken te verwerken: niet alleen openden de de portieren schuin naar voren, ook daarachter is de McLaren F1 uniek tot op het laatste detail.
Het meest opvallende is de plaats voor de bestuurder: die zit in het midden, tussen twee passagiersplaatsen in. Een afwerking van kaal koolstofvezel is tegenwoordig misschien niets bijzonders, maar 22 jaar geleden lag dat anders: de F1 maakt er al volop gebruik van.
Om de titel snelste productieauto in de wacht te slepen moest McLaren natuurlijk wel goed gewapend ten strijde trekken. Daarom werd er een V12 van BMW in het achteronder gemillimeterd. Deze uitvoering, met een cilinderinhoud van 6,1 liter, werd speciaal voor de McLaren ontwikkeld. Net als in het interieur waren in het motorcompartiment alleen de beste materialen goed genoeg: “als bladgoud het beste materiaal is om een hitteschild mee te bekleden, dan bekleden we het hitteschild met bladgoud”, vonden ze in Engeland.
Alle investeringen wierpen gelukkig hun vruchten af: 638 pk in combinatie met een ongelofelijk laag gewicht van net iets meer dan 1.100 kilo zorgden voor waanzinnige prestaties. Het sprintje naar 60 mijl (96 km) per uur was in 3,2 seconden gepiept, 0-200 km/h zou ook in minder dan tien tellen mogelijk moeten zijn, en de hoogst behaalde snelheid met een McLaren F1 is 391 km/h.
Helaas zijn er maar weinig mensen die het genoegen van de McLaren F1 mochten smaken: er zijn er tussen 1992 en 1998 slechts 106 gebouwd, wat gezien de astronomische prijsstelling niet heel verwonderlijk is. De gelukkige kopers wisten zich gelukkig wel verzekerd van een passende behandeling: naast de begerenswaardige sleuteltjes kregen ze ook een met bladgoud bekleed titanium gereedschapssetje en dito verbanddoos.